Na deze kruistocht zonder bloedvergieten haast Frederik zich weer terug naar Italië, naar zijn geliefde koninkrijk Sicilië. Als Heilig-Rooms keizer heeft hij maar weinig op met het kille Noorden en in Italië wachten dringender zaken: bemoeizuchtige pausen, opstandige Noord-Italiaanse steden en uiteindelijk ook vorsten die, na hernieuwde excommunicaties door verschillende pausen, Frederik zijn konings- en keizerstitel betwisten. Daaronder ook een landgenoot, Willem II, graaf van Holland, die in november 1248 - wederom in Aken - tot tegenkoning wordt gekroond. Willem heeft uiteindelijk weinig plezier van zijn koningstitel: in 1256 zakt hij op ongelukkige wijze met zijn paard door het ijs en wordt door een stel opstandige Friezen doodgeknuppeld. Wij zijn Willem nog altijd dankbaar omdat hij, in wat nu Den Haag is, een jachtslot liet bouwen, ons huidige Binnenhof.